Mirjam is partner bij Baker McKenzie en Eerste Kamerlid voor de VVD. Wij zijn benieuwd hoe de weg naar deze topfuncties eruit ziet en stelden haar enkele vragen.
Hoe ben je op deze toppositie(s) terecht gekomen?
‘Om partner te worden bij Baker McKenzie heb ik me gefocust op een combinatie van hard werken, veel publiceren, goede omzet halen en een goede relatie met klanten opbouwen. Op een gegeven moment kwam ik tot de realisatie: dit is nog niet genoeg, ik moet mezelf zichtbaar maken. Ik moet zorgen dat de partners en de mensen waarmee ik werk zien wat ik doe. Dus ik ben letterlijk mijn kamer uitgekomen en heb gewerkt aan mijn zichtbaarheid.
Voor mijn functie als Eerste Kamerlid heb ik op dat principe voortgeborduurd. Ik wilde heel graag iets terugdoen voor de maatschappij en heb nagedacht over hoe ik me nuttig kon maken. Ik kan wetteksten lezen en beoordelen, wat beide waardevol is in de politiek. Dat was eigenlijk de aanzet voor de functie als Eerste Kamerlid.
Wat voor beide functies heel belangrijk was en wat voor elke andere sterke positie geldt: “durf te vragen”. Het gaat echt niet altijd vanzelf, soms moet je specifiek aangeven waar je behoefte aan hebt of wat je wil bereiken. En oefening baart kunst. De eerste keer dat ik op het podium stond vond ik dat doodeng. Terwijl mensen tegenwoordig denken dat ik geboren ben voor het podium. Dat heb ik echt geleerd door het vaker te doen. Na een tijdje ging ik het leuk vinden, kreeg ik ook leuke reacties of fijne feedback. En daar groei je weer door.’
Zijn er momenten geweest waarop je, onderweg daarnaartoe, vastliep of hulp kon gebruiken?
‘Ja, natuurlijk. Iedereen loopt wel eens vast. Als ik terugkijk naar mijn carrière was dat het moment dat ik geen partner werd bij Baker McKenzie, heel onterecht vond ik dat. Op zo’n moment moet je bedenken hoe je hiermee omgaat. Ik heb na die afwijzing alles op alles gezet om alsnog partner te worden en dat is gelukt.’
Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?
‘Ik heb alles uit de kast getrokken en ontdekte toen eigenlijk wat lobby is en kan bereiken. Dat is namelijk precies wat ik heb gedaan. Je wordt partner door middel van een stemming. Ik heb met de partners gesproken die tegen hadden gestemd om hun reden te achterhalen. Ik ben ook gaan praten met de partners die voor hadden gestemd en heb met hen de redenen van de tegenstemmers gedeeld. Zij konden daarna weer met elkaar in gesprek. Ik had daarnaast een aanbod van een ander kantoor ontvangen en dat heb ik ook met de partners gedeeld. En na al deze acties bleek dat ze me helemaal niet kwijt wilden en ben ik uiteindelijk toch partner geworden.
Dat proces -al die acties met uiteindelijk een dreiging van vertrek- zou natuurlijk niet nodig moeten zijn. Dat is voor mij ook het moment geweest dat ik me ben gaan inzetten voor de vrouwenzaak. Een vrouw is van nature geen haantje de voorste die vanaf dag één roept dat ze per se partner wil worden, maar dat wil ze vaak wel.’
Deel je onze mening dat vrouwen wat zekerder mogen zijn over hun kennis en kunde?
‘Nu er nog overwegend mannen aan de top zitten, denk ik dat vrouwen meer naar buiten moeten treden met hun kwaliteiten. Maar je wil eigenlijk dat het niet nodig is. Je wil je als vrouw niet ‘als man’ hoeven gedragen om iets voor elkaar te krijgen.
Ik denk niet dat vrouwen per se onzeker zijn, maar dat ze geen zin hebben om op te scheppen. Ik denk dat veel vrouwen dat onnodig vinden. Maar wat we ze duidelijk krijgen is dat het ten eerste geen opscheppen is en dat het, ten tweede, dus wel nodig is.
Hoe kunnen mannen bijdragen aan een betere positie van vrouwen in de fiscale wereld?
‘Mannen moeten gaan acteren in plaats van spreken. In plaats van zeggen dat de 50/50-verdeling tussen mannen en vrouwen belangrijk is, moeten ze zorgen dat die wordt gerealiseerd. Neem als voorbeeld de verdeling van projecten. Geef de ene keer de leiding aan een man en de volgende keer aan een vrouw. En wanneer de man denkt dat een vrouwelijke medewerker hier geen behoefte aan heeft, omdat ze bijvoorbeeld parttime werkt of zwanger is, moet hij het eerst even bij de persoon zelf controleren. Het is namelijk heel gemakkelijk om je eigen perceptie aan anderen toe te dichten, maar soms is die heel onterecht.
Wat ook goed zou zijn is de toepassing van het he-for-she principe. Wijs op elke afdeling een “he” aan die opkomt voor (de belangen van) de “she” binnen de afdeling.’
Wat is volgens jou ‘vrouwelijk leiderschap’ en wat is de meerwaarde daarvan?
‘Allereerst wil ik benadrukken dat mannen ook best vrouwelijk leiderschap kunnen tonen. Maar als we specifiek naar vrouwen kijken dan valt me het volgende op. Vrouwen zijn eerder geneigd om ook de mensen uit te dagen die uit zichzelf minder zeggen in een vergadering, simpelweg door te vragen wat zij vinden. Het is namelijk helemaal niet zo dat zij geen mening hebben, ze delen hem misschien wat minder gemakkelijk. Door ieders mening te vragen krijg je een breder beeld én een hechter team waar iedereen zich betrokken en gehoord voelt. Dat zouden mannen ook eens moeten doen.’
Ben je voor het quotum dat het aantal vrouwen in topfuncties vastlegt?
‘Persoonlijk ben ik blij met het quotum omdat het nodig is om verandering te bewerkstelligen. Het is heel bijzonder dat dit nu wettelijk vastgelegd. Bedrijven hebben de tijd gekregen om het zelf voor elkaar te krijgen en het is gewoon niet gebeurd. Met dit quotum, dat overigens alleen geldt voor grote bedrijven en specifiek gericht is op de raad van commissarissen, moeten ze wel. En ik neem aan dat een betere balans in de raad zich door vertaalt naar een betere balans in de rest van het bedrijf. Dus dat dit ook voldoende zou moeten zijn om meer diversiteit te creëren binnen gehele organisaties.’
Welke tips kun je onze vrouwelijke leden meegeven?
‘Ik denk dat je in je bedrijf kan groeien wanneer je in de geest van de organisatie kan kruipen. Dan denk je vanuit het belang van de organisatie, en niet alleen vanuit jezelf. Die mindset maakt echte leiders.
Persoonlijke groei kun je bijvoorbeeld realiseren door een mentor te zoeken. Iemand waar je mee kan sparren of die je als rolmodel ziet. Ik heb zelf een mentor gehad waar ik enorm veel aan heb gehad. En mensen vinden het vaak een eer als je bij hen komt voor antwoorden of advies, dus ben niet bang om iemand hiervoor te benaderen.’