Op 24 december 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de box 3-heffing voor de jaren 2017 en 2018 in strijd is met art. 1 van EP (het recht op ongestoord genot van eigendom) in combinatie met art. 14 EVRM (het verbod op discriminatie). De Belastingdienst heeft op haar website in een nieuwsbericht medegedeeld dat het helaas nog niet mogelijk is om de gevolgen van deze uitspraak te verwerken in de aanslagen die de Belastingdienst nu oplegt.
De Belastingdienst verstuurt momenteel veel voorlopige aanslagen inkomstenbelasting 2022. De Belastingdienst heeft bij het opleggen van de voorlopige aanslagen nog geen rekening gehouden met de eventuele gevolgen van de uitspraak van de Hoge Raad. De Belastingdienst blijft de voorlopige aanslagen wel versturen omdat zij het belangrijk vindt dat de belastingplichtige de voorlopige teruggaaf gewoon ontvangt. En dat de belastingplichtige een te betalen aanslag verspreid over het jaar kan betalen.
Ondertussen zijn het Ministerie van Financiën en de Belastingdienst bezig om de gevolgen van de uitspraak zorgvuldig in kaart te brengen, ook voor het belastingjaar 2022. Hiermee wil de Belastingdienst tot een correcte belastingheffing in box 3 komen. De verwachting van de Belastingdienst is dat zij in januari 2022 laat weten hoe zij uitvoering aan de uitspraak wil geven. Hierbij hopen we ook dat de Belastingdienst duidelijkheid verschaft hoe zij omgaat met de nog in te dienen aangiften inkomstenbelasting 2021.
Mocht de belastingplichtige naar aanleiding van een ingediende aangifte inkomstenbelasting een definitieve aanslag ontvangen, maak dan tijdig bezwaar tegen deze aanslag ter behoud van rechten. De leden van het RB kunnen hiervoor het model bezwaarschrift box 3 gebruiken. Dit model is te vinden op ons Fiscaal Kennisplatform.