Volgt de Belastingdienst de juiste procedure door het opvragen van een kopie legitimatiebewijs bij een verzoek om een kopie aanslag erfbelasting? Het RB stelde deze vraag in de werkgroep Digicom. Deze werkgroep is ingesteld door de Belastingdienst om de communicatie tussen de Belastingdienst en fiscaal dienstverleners te verbeteren en heeft een informeel karakter. De Belastingdienst gaf het volgende antwoord:
De hoofdregel is dat degene die de kopie aanslag erfbelasting aanvraagt, zich bij de Belastingdienst moet identificeren met een paspoort of identiteitsbewijs (ID). Wanneer iemand zich niet op de reguliere wijze wil identificeren, bijvoorbeeld door een paspoort of ID te overleggen met weggelakte foto en/of burgerservicenummer, mag de Belastingdienst de gevraagde informatie niet verstrekken.
De wettelijke basis komt uit artikel 67 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR), de geheimhoudingsplicht. In artikel 67, lid 2, letter c van de AWR is een uitzondering op de geheimhoudingsplicht opgenomen. Deze geldt niet als bekendmaking plaatsvindt aan degene op wie de gegevens betrekking hebben, voor zover deze gegevens door of namens hem zijn verstrekt.
Om te voorkomen dat de geheimhoudingsplicht wordt geschonden moeten medewerkers van de Belastingdienst – voordat zij de gevraagde informatie verstrekken – ervan overtuigd zijn dat degene die de informatie opvraagt (of namens wie de informatie wordt opgevraagd), ook daadwerkelijk degene is op wie die gegevens betrekking hebben.
Voor belastingadviseurs heeft de Belastingdienst de werkwijze voor het opvragen van een kopie aanslag erfbelasting aangepast. Zij kunnen volstaan met het meesturen van de machtiging en het beconnummer.