Het kabinet gaat massaal bezwaarmakers box 3 voor de jaren 2017-2020 vóór 4 augustus compenseren. Het kabinet gaat het rechtsherstel uitvoeren op basis van een zogenaamde ‘forfaitaire spaarvariant’. Dit houdt in dat het inkomen uit sparen en beleggen opnieuw wordt berekend op basis van een nieuw forfaitaire rendement. De bezwaarmaker krijgt compensatie als het nieuwe forfaitair rendement lager is dan het oorspronkelijk berekende forfaitaire rendement.
Het nieuwe forfaitair rendement wordt berekend op basis van de werkelijke vermogensmix. Dit betekent op basis van het werkelijk spaargeld, de werkelijke schulden en de werkelijke overige bezittingen (lees beleggingen). Elke vermogenscategorie gaat elk belastingjaar een eigen (nieuw) forfaitair rendement percentage toegekend krijgen. In de bijlage van de kamerbrief kun je de (nieuwe) forfaitair rendementspercentages vinden.
Het kabinet heeft met de ‘forfaitaire spaarmix’ gekozen om de spaarders tegemoet komen in de uitvoering van het rechtsherstel. Uitvoering geven van het rechtsherstel op basis van het werkelijk rendement zoals de Hoge Raad in haar kerstarrest aangaf, is volgens het kabinet niet uitvoerbaar. De vraag is of dit standhoudt als massaal bezwaarmakers, en dan met name de beleggers, in beroep gaan tegen de uitspraak van het massale bezwaar. De Hoge Raad heeft in haar Kerstarrest namelijk bewust gekozen voor het werkelijke rendement.
De massaal bezwaarmakers box 3 hoeven geen actie te ondernemen om het rechtsherstel te ontvangen. Ze ontvangen het rechtsherstel automatisch en uiterlijk vóór 4 augustus. Ook alle andere aanslagen over 2017 tot en met 2020 die nog niet zijn opgelegd of wel zijn opgelegd maar nog niet onherroepelijk vaststonden en alle aanslagen over de belastingjaren 2021 en 2022 worden in lijn met de ‘forfaitaire spaarvariant’ opgelegd. Er worden in een nog te publiceren beleidsbesluit beleidsregels vastgelegd om de precieze vormgeving van het rechtsherstel te verankeren. Dit beleidsbesluit wordt vervolgens in wetgeving omgezet.
De Belastingdienst zal het rechtsherstel uitvoeren in de hier beschreven volgorde:
- Van 1 juli t/m 4 augustus: gefaseerd herstel van de aanslagen van de massaal bezwaarmakers 2017 t/m 2020. De wettelijke uiterste datum voor rechtsherstel voor deze groep is 4 augustus.
- Vanaf 1 augustus: gefaseerd aanslagen 2021 met box 3 element.
- Vanaf medio september: gefaseerd herstel van de aanslagen 2017-2020 die nog niet onherroepelijk vaststonden op 24 december 2021.
- Vanaf medio oktober: aangiften 2017-2020 met box 3 element die nog niet gevolgd zijn door een aanslag.
- De definitieve aanslagen 2022 worden volgens het reguliere aanslagproces in 2023 opgelegd.
Voor de aangiften inkomstenbelasting 2021 die leiden tot een teruggaaf zal een automatische voorlopige aanslag (AVA) worden opgelegd. In deze AVA is er nog geen rekening gehouden met de door het kabinet gekozen ‘forfaitaire spaarvariant’. De AVA wordt vastgesteld op basis van de ‘oude’ systematiek. Op een later moment wordt een definitieve aanslag opgelegd, waarbij wel rekening is gehouden met de ‘forfaitaire spaarvariant’.
Het kabinet moet nog een besluit nemen over het bieden van rechtsherstel aan niet-bezwaarmakers. Dit zou ruim voor het einde van het jaar moeten gebeuren.